Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW)
Het verdedigingswerk Fort Altena is in 1847 gebouwd. Het maakte deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een verdedigingslinie lopend van de voormalige Zuiderzee bij Muiden tot de Biesbosch. Deze moest het rijke westen van Nederland beschermen tegen invallen van buitenlandse legers.
Zoals de naam waterlinie al aangeeft, speelde water een centrale rol in de werking van het verdedigingssysteem. In tijden van oorlog of oorlogsdreiging werd over de lengte van de linie (ongeveer 85 kilometer) een 3-5 kilometer brede strook onder water gezet (geïnundeerd). Hiervoor werd mede gebruik gemaakt van speciaal daarvoor aangelegde sluizen en kanalen.
Strategische locaties en zwakke plekken in de linie (zoals hooggelegen terreinen die niet onder water konden worden gezet) dienden te worden beschermd door verdedigingswerken.
Zo diende Fort Altena de weg Breda-Gorinchem en de Uppelse Dijk af te sluiten.
De bouw en uitbreiding van Fort Altena
In 1847 had het fort nog niet haar hedendaagse vorm. Destijds bestond het alleen uit een bomvrije toren, een ronde aarden verdedigingswal, en een gracht met ophaalburg. De omringende gracht was ongeveer 26 meter breed. Vanaf het dak van het torenfort kon de omgeving worden geobserveerd, en met kanonnen worden beschoten. In de toren waren verder schietgaten aangebracht om aanvallen van dichtbij te kunnen afslaan.
Als gevolg van de ontwikkeling van de militaire techniek en tactiek werden in de periode 1870-1886 de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie verbeterd, en werden nieuwe forten aan de linie toegevoegd. Ook Fort Altena werd versterkt (1878-1880). Het torenfort werd uitgebreid tot een bastion; aan weerszijden van de toren werd een kazerne opgetrokken. Tevens werden er vier remises gebouwd, waarin het geschut en de munitie werden opgeslagen. Ten slotte werd in deze periode nog een fortwachterswoning op het terrein gebouwd.
De forten achterhaald
De introductie van de brisantgranaat in 1885 maakte de gemetselde forten achterhaald. Deze explosieve projectielen dwongen ook tot nieuwe verdedigingstactieken. In plaats van het geschut te bundelen op forten moest het juist worden verspreid. Er werd besloten de forten niet weer te verbeteren. In plaats daarvan werd gekozen voor de ontwikkeling van een mobiel leger. De forten verloren strategisch belang, maar zouden nog wel de rol kunnen spelen van infanteriesteunpunt.
Het fort in de Eerste en Tweede Wereldoorlog
Tijdens de mobilisatieperiodes van 1914-1918 (Eerste Wereldoorlog) en 1939-1940 (begin Tweede Wereldoorlog) was Fort Altena in staat van paraatheid. Soms waren er tot 300 man aanwezig. Er hebben echter geen gevechten plaatsgevonden. Na de Tweede Wereldoorlog heeft het fort van 28 september 1946 tot 28 februari 1949 nog dienst gedaan als interneringskamp voor collaborateurs.
Het fort tijdens de Koude Oorlog
In 1951 verloor Fort Altena (net als de meeste forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie) haar status van verdedigingswerk. Defensie bleef het fort echter wel gebruiken. In de jaren 1956-1957 werden nog drie voertuigloodsen op het terrein gebouwd. Ergens tussen 1945 en 1992 zou een onderdeel van een organisatie van de Binnenlandse Veiligheidsdienst op Fort Altena gevestigd zijn geweest. Het gaat om een zogenaamde ‘stay behind’-organisatie. Een dergelijke organisatie moet in het geval van een bezetting inlichtingen doorgeven aan de gevluchte regering. De organisatie draagt de naam ‘Operaties en Inlichtingen’, en later ‘A en B’, maar wordt in de volksmond ‘Gladio’ genoemd (naar haar NAVO-tegenhanger in Italië). In 1992 is ‘A en B’ officieel opgeheven. Het is onduidelijk in hoeverre ze werkelijk op Fort Altena actief is geweest, omdat de archieven nog deels gesloten zijn.
Opening Fort Altena voor publiek en Brabants Landschap
In 2003 is Fort Altena (toen nog Fort aan de Uppelsche Dijk genoemd) van Defensie overgegaan naar Brabants Landschap. Tot die tijd is het meer of minder in gebruik geweest door Defensie. Daardoor komt het nog steeds voor dat de locatie als militair terrein te boek staat en niet zichtbaar in navigatiesystemen. Vanaf 1999 begonnen de ontwikkelingen van het fort als publiekstoegankelijke locatie, waarbij de ontwikkelde faciliteiten en activiteiten de middelen moeten genereren voor onderhoud van de gebouwen, het terrein en om de investeringen van Brabants Landschap terug te verdienen.
Daarbij werd er voortdurend evenwicht gezocht tussen commercie, natuur en cultuurhistorie. In 2005 zijn de eerste stappen gezet met het herstel van de walstructuur, in 2006 zijn de eerste activiteiten gestart, met name met het aanbod van vergaderruimte en catering voor de zakelijke markt. In de opvolgende jaren zijn de activiteiten geleidelijk uitgebreid. In 2011 is de restauratie van de C-kazerne en het torenfort gerealiseerd, in 2014 is de mobilisatieloods opgeknapt.
Nu wordt het fortcomplex zo geëxploiteerd dat het als cultureel erfgoed gewaarborgd is. Daarbij is het fort toegankelijk voor het publiek: als plek van ontspanning voor de recreant, als Brabantse Natuurpoort, als locatie voor evenementen, als trouwlocatie, als vergaderlocatie voor de zakelijke markt en als educatief centrum van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en het Brabants Landschap. Zo blijven de drie elementen natuur, cultuurhistorie en commercie met elkaar in evenwicht. Dit werkt ook zelfversterkend, kortom, het ‘poldermodel’ in de Hollandse Waterlinie. Door de centrale ligging van Fort Altena in het Altena Biesbosch gebied is het bij uitstek een plaats voor het start- of eindpunt van een heerlijke fiets-, wandel- of kanotocht.
Van dichtbij de geschiedenis beleven? Wij bieden rondleidingen met onze erkende gidsen die je alles kunnen vertellen over Fort Altena. Bij interesse kunt u mailen naar info@fortaltena.nl.
Bronnen
K. van Maastrigt, ‘De forten in het Brabantse deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie’, in: C. de Gast & J. Molegraaf, red., Historische Reeks Land van Heusden en Altena 17, pp.9-35, (Nieuwkuyk: Stichting Historische Reeks Land van Heusden en Altena, 2008).
H. Visser-Kieboom, ‘Sporen van de oorlog in de forten van het Land van Heusden en Altena’, in: C. de Gast & J. Molegraaf, red., Historische Reeks Land van Heusden en Altena 17, pp.36-65, (Nieuwkuyk: Stichting Historische Reeks Land van Heusden en Altena, 2008).
C. Will, ‘Sterk Water. De Hollandse Waterlinie’ (Utrecht: Uitgeverij Matrijs, 2002).